In 1947 starte banketbakker Harke de Jong met de verkoop van schepijs onder eigen naam met eigen gebouwde ijskarren. Harke de Jong had een eigen banketbakkerij in Lippenhuizen die bekend stond voor de luxe en hoge kwaliteit banket en pattisserie. Toen al had hij vele jaren ervaring met het maken van ijs. Elk jaar kwam er weer een ijskarretje bij. Het ijs werd gemaakt achter in de bakkerij van Harke en Ge de Jong. Met Ruw ijs (water en pekel) werden de ijsmachines koud gemaakt en zo kon er in een uur een paar liter ijs gemaakt worden. Dat waren lange dagen en korte nachten voor de banketbakker om genoeg ijs te maken. Beroemd in het bedrijf zijn ook de verhalen dat Harke de Jong in het begin van het seizoen bij grondstofleveranciers proefpakketjes opvroeg om zo de eerste mooie dagen van het nieuwe ijsseizoen te kunnen starten zonder kosten omdat de winters lang waren en het geld erg beperkt. Waar de bakker nooit concessies in deed was kwaliteit. Dit ging boven marge en snelheid.
Van Vers naar Vers noemde hij dat. Met de melk lekker ijs maken en dat dezelfde dag nog verkopen. Tot de dag van vandaag (ruim 70 jaar later) maken wij nog ijs volgens dat zelfde principe. IJs uit onze ijskarren is niet ouder dan 24 uur. Dat moet je proeven.
Van Lippenhuizen naar Gorredijk
Zoon Eeuwe de Jong (1949) zette het bedrijf voort en bouwde het in rap tempo uit tot een 17-tal ijskarren. Nog steeds gericht op verkoop door middel van standplaatsen en venten in de regio van Lippenhuizen. Bekende standplaatsen waren bij de totempaal van Sparjeburd. (Nog steeds). Bij het witte huis in Olterterp of voor het gerechtsgebouw in het centrum van Beetsterzwaag. Samen met zijn vrouw Marjan nam hij de melksalon in Gorredijk over en verbouwde het in de jaren er na tot het huidige Brasserie De Vergulde Turf. Ondertussen verhuisden de ijskarren naar 2 garageboxen vlakbij het restaurant en was er een ijskeuken aangelegd achter het restaurant. Maar de horeca tak werd sneller groter dan het ijs en meer en meer standplaatsen werden afgestoten.
De derde generatie
Kleinzoon Romke de Jong (1984) werd met de ijsspatel groot gebracht en veranderde samen met zijn vader in rap tempo het familiebedrijf. Sinds 2006 heeft Romke de Jong als derde generatie het bedrijf sneller uitgebouwd. De ijsmakerij uit 2001 werd in 2010 alweer ingeruild voor een nieuwe ijsfabriek en in 2017 en 2018 groots verbouwd zowel intern als extern. Het bedrijf richt zich op 3 pijlers. De verhuur van ijskarren, exploitatie van ijs op evenementen en festivals en het produceren van ijs voor ijssalons als supermarktketens. Het bedrijf levert ijs aan klanten in bijna 10 landen en telt zomers bijna 100 medewerkers. Daarnaast is het bedrijf de duurzaamste ijsmakerij van Noord Nederland. Als energie neutrale ijsfabriek met bijzondere grondstoffen en partners maakt zij zich klaar voor de groei die maar door blijft zetten om het adagium van Pake (Opa) Harke de Jong maar voort te zetten: “Van vers naar vers”.
